Opdracht van Bas: Schrijf een stuk over waar je de energie vandaan haalt om elke dag weer uit bed te knallen
“Haal je dikke reet uit bed”, het is een gedachte die sinds de quarantaine met enige regelmaat (lees: vrijwel elke ochtend) door mijn hoofd schiet. Ik krijg het maar niet voor elkaar, ik wil gewoon blijven liggen. Maar waarom? Voor een tweede keer duik ik mijn hersenen in om te kijken waarom ik met mijn luie lijf in bed wil blijven liggen.
Mijn slaappatroon is de afgelopen maanden flink verbeterd. Ik zoek elke avond om elf uur ‘s avonds braaf mijn bed op en word zelfs zonder hulp van de wekker om klokslag 07:18 wakker. Waarom precies die 18 minuten, weet ik ook niet. Maar zodra ik mijn ogen open zie ik telkens die tijd.
Je zou dus denken, ‘Goh, Dennis, lekker bezig pik. Acht uur per dag slaap. Waarom kom je dan je bed zo moeilijk uit?’. Ik slaap beter dan ooit, ik kom in het weekend niet meer om een uur of half vijf thuis na een onchristelijk partijtje bier drinken. De keren dat ik nu wel doe, is dat in de middag. Vroeg in de middag pieken, op een redelijk normaal tijdstip weer gaan slapen, als een prinses zonder erwt wakker worden.
Ik denk dat ik het antwoord heb. En hij is eigenlijk best wel simpel. Ik ben het probleem. Ik trap een deur in die eigenlijk al open was, maar pas nu zie ik het. Ik ben het. Ik ben moe van mezelf. Niet de fysieke versie van mij maar de mentale versie. De laatste drie maanden heb ik niet anders kunnen doen dan met mezelf opgescheept te zitten. Natuurlijk raak je die persoon dan beu.
De noodzaak om uit bed te komen is de afgelopen maanden aan het afnemen:
Ga je je scheren? Toch niet om er goed uit te zien voor jezelf?
Kleed je jezelf aan? Maat, ik zie mezelf al hele dagen, ik weet hoe mijn kast eruit ziet, ik ga mezelf hier niet kunnen verrassen met een spannend *plaats hier setje kleren*.
Ga je goed ontbijten? Ik ben de energieke Dennis heel effe beu, laat me.
Ga je de was opvouwen? Deze handdoek ruikt nog niet super smerig, ik gebruik hem nog maar eens.
De overmaat van jezelf en het gebrek aan sociale controle van geliefden, familie, vrienden en collega’s sleept een mens – of in ieder geval mij – in een soort neerwaartse spiraal. Hoe kom ik dan toch op het punt om mijn dikke reet uit bed te takelen? Wel, het zijn de kleine dingen die je uit bed halen, een vriend die je belt of iets wat nieuw is. We zitten al zo lang in een kot met onszelf dat we onszelf beu zijn en dat vergt nu eenmaal veel energie. Gun jezelf daarom nieuwe energie, doe iets nieuws. Dat hoeft niet meteen te beteken dat je over drie maanden een marathon kan rennen of dat je twintig nieuwe gerechten van bananenbrood kent ofzo. Maar doe iets leuks voor jezelf, kampeer in je keuken, loop naar daar waar je de weg (nog) niet kent, houd een andersomdag, duik de verkleedkist in, doe voor één dag alsof je in een documentaire van jezelf zit en knipoog naar de imaginaire camera.
Op 27 mei kreeg ik weer nieuwe energie. Ik word wederom om klokslag 07:18 wakker, pak m’n telefoon erbij, scroll een beetje door Instagram, tot ik gebeld word. Het is Bas. “Hee, ik heb dus je schrijfopdracht gevonden. Schrijf een column, of een gedicht over hoe jij de energie vindt om uit bed te komen.” Klik, doei Bas. Ik wrijf de oogsmurrie uit mijn ogen, sla de lakens van me af, waggel naar mijn laptop en begin te schrijven: “Haal je dikke reet uit bed.”
Dennis de Waard – juni 2020