Volledig naar de ontbering

Opdracht van Dennis: schrijf over wat je het mooiste vindt aan op reis gaan met Boska.

Na een fantastisch zomerkamp met scouting in 2012 besloten we, een klein groepje explo’s, het kamp nog eens over te doen. Datzelfde jaar nog, tussen Kerst en oud en nieuw. Er was niet echt een duidelijk plan, maar omdat er één op kamers zat in Capelle aan den IJssel en de broer van een ander in Diemen, leek van Rotterdam naar Amsterdam hiken wel een goed idee. Slapen kon vast ergens in een tuin onder een zeil. Onderweg naar Rotterdam met de trein stapten we alvast uit in Dordrecht, want waarom niet daar alvast beginnen? Deze tocht bleek later de geboorte van onze groep genaamd ‘Boska’ te zijn.

Onze vriendengroep is eigenlijk terloops ontstaan. Op de scouting waren we al vaker met elkaar op kamp geweest en we kenden elkaar verder deels van de basisschool. Sinds die tocht in 2012 door het Groene Hart zijn we elk jaar bij elkaar geweest en maakten we ergens in Europa een hike- of fietstocht. Los van de scouting waar we op zaten en zitten. Elke keer weer is het alsof we nooit veranderd zijn als we elkaar weer zien. Onze eigen grappen, woorden en manieren. Dat is, samen met het simpele weerzien van elkaar, wat mij persoonlijk het meest trekt aan onze reizen. Daarnaast zijn er talloze dingen waar je je voor onze reizen in meer en mindere mate op kan verheugen.

Zodra ik vertrek voor een van onze reizen heb ik een voorgevoel dat het weer één groot geweldig avontuur wordt. De gedachte dat ik die avond niet meer in mijn eigen bed slaap maar ergens in een slaapzak op het grondzeil van een tentje, komt me dan meestal nog surrealistisch over. Ik vertrek met een Nokia telefoon zonder internet en een digitaal fotocameraatje. Geen makkelijke afleidingen tijdens de reis en altijd een ‘volle’ telefoon.

Net als ooit op scouting versieren we de hikes en fietstochten met matig eten, (zeer) matige comfort, matig Duits/Frans/Engels. Bij elkaar gek genoeg toch een ding om naar uit te kijken. De matigheid van het eten neemt voor mij soms te grote proporties aan. Op onze fietstocht naar Parijs werd een blik ravioli opengetrokken wat zo smerig rook dat ik eigenlijk meteen misselijk werd. Ook de verwarmde blikken ‘Linsen mit Speck’ en chili con carne die we in Oostenrijk aten wisten mijn eetlust niet bepaald op te wekken. Nadat ik, onderweg naar Genève, moest overgeven van een blik aardappelgratin (het bestaat), was ik er wel klaar mee. Hoewel de rest hier minder last van lijkt te hebben -of het beter weet te verbergen- eten we sindsdien gelukkig wel iets normaler. Gekookte rijst met een pot erwtjes en peetjes is een prima vervanging.

Omdat we meestal proberen in mensen hun tuin te slapen met onze tent, komen we op veel verschillende interessante plekken. We zijn daardoor niet gebonden aan campings en ontmoeten leuke mensen. Qua gastvrijheid spant Engeland wel de kroon van alle landen die we tot nu toe bezocht hebben. Een vrouw uit Kent besloot spontaan voor ons te koken. Met wat we bij hadden en nog wat eigen groente maakte ze een geweldig Italiaans diner. De volgende dag reed ze met een van ons nog naar een nabijgelegen stadje om een nieuwe binnenband te halen, de zijne was meer plakker dan band inmiddels. Enkele dagen later sliepen we bij een Londense vriendengroep die samenwoonde in de achtertuin, nabij het Olympisch Park. Ze zagen onze fietsen bij een pub staan, vroegen wat ons plan was en we werden meteen uitgenodigd. Ook daar aten we samen en dronken we een Engels biertje.

Dit soort verrassingen zijn er eigenlijk op elke reis. Een Franse familie barbecue waarbij we konden aansluiten, de biertjes van een Oostenrijkse vrouw nadat ik het in het Nederlands had over ‘ontberen’ en zij ons verkeerd begreep, en natuurlijk het zwembad van de familie Bos. 

Die laatste heeft ons vertrouwen in de medemens dusdanig verhoogd dat we sinds de tocht door het Groene Hart bij mensen aanbellen om in de tuin te slapen. Nauwelijks halverwege Capelle – Diemen kwamen we ‘s avonds laat bij hun huis aan. Het was hun gastvrijheid waardoor we besloten onze groep naar meneer Bos zijn bedrijf te vernoemen, Boska. Bekend van de uitstekende kaasschaven die je bij de Albert Heijn kan kopen. Ze waren enthousiast en we kregen eerst een glas wijn. Hoewel we in een logeerkamer mochten slapen wilden we zelf in de tuin slapen, dat was de intentie van onze reis. De heer des huizes begreep ons meteen: “Jullie moeten natuurlijk ontberen!” ‘s Ochtends konden we in het zwembad en kregen we een uitgebreid ontbijt. Zo extreem hebben we niet meer gehad sindsdien. Maar wie weet, we zijn nog niet uit gereisd en er zijn nog een hoop tuinen waar we niet hebben overnacht.

Bas Buise – juni 2020

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s