Lokaal 308

Opdracht van Dennis: schrijf en horrorverhaal

Vanaf het begin van deze website krijg ik opdrachten van Dennis die over het algemeen buiten mijn comfort zone liggen. Het levert wel iets op: gedicht schrijven vond ik verrassend leuk. Een meer persoonlijk verhaal over hoe ik nu naar Zeeland kijk, gaf mij inzichten in mijn eigen gevoelens. Een recensie over één van de mooiste albums vond ik daarentegen vooral zeer lastig. Maar deze opdracht slaat alles. Aanvankelijk leek me het niet moeilijk om een verhaal uit mijn duim te zuigen. Maar toen ik langer nadacht dreven mijn gedachten steeds verder af naar een herinnering waar ik zo min mogelijk meer aan wil denken. Een gedachte die al lang weg had moeten zijn. Lokaal 308. De gebeurtenissen die ik daar heb meegemaakt, achtervolgen me nog steeds, als een geest die je vanachter vastgrijpt op een onverwachts moment. Een geest die me soms nog aankijkt. Ik sta dan aan de grond genageld en wil wat zeggen, wil schreeuwen, maar ik krijg geen lucht in m’n longen. Het waren drie dagen van complete hel. Hoe kan ik deze verschrikkelijke ervaring uitgeschreven krijg weet ik niet, maar ik ga het proberen.

DAG 1

Vijf minuten voor de eerste bel kom ik het schoolgebouw binnen. Haastig loop ik in de richting van de lerarenkamer, die vol zit met nieuwe collega’s. Ik herken een paar van de personeelsdag die gisteren was voor de opening van het jaar. Tijd om te praten hebben ze niet, we moeten naar boven voordat de leerlingen er zijn. Snel vraag ik aan een passerende natuurkunde docent waar Ans zit, voor de lokalensleutels. “Naast de hoofdingang”, antwoord hij. Ik been er zo snel mogelijk heen, maar de bel gaat al. De drommen leerlingen vullen de gang. Met wat geduw probeer ik tegen de stroom in naar de ingang te lopen. Ik krijg een tas in mijn maag, als ik naar de leerling kijk wordt er niets teruggezegd. Hij herkent mij nog niet, de nieuweling. Ondanks mijn snel gestreken overhemd dat ik vanochtend op het laatste moment toch besloot aan te doen, ben ik geen docent voor hem.

Bij de balie is Ans vriendelijk. Ze geef mij de sleutel en legt uit hoe ik het snelst bij lokaal 308 kan komen. Ze vindt wel dat ik wat laat ben en vraagt of ik voortaan iets eerder uit bed kan komen. Als ik uitleg wil geven, zegt ze dat het al goed is en dat ik maar snel naar boven moet. Met grote passen loop ik de trap op. Ik heb het warm en adem met mijn mond open. Op de derde verdieping aangekomen zie ik een grote groep leerlingen op de gang staan. Dat zal 308 wel zijn. Ik ga er op af en probeer te bedenken hoe ik straks begin. Er is nu geen tijd meer om de powerpoint klaar te zetten, we moeten snel starten met de les.

Terwijl de leerlingen naar binnen komen, zoek in mijn tas naar de whiteboardstift. Ik had er voor de zekerheid van thuis één meegenomen, voor het geval er in het lokaal geen lag. Hij is onderin mijn tas gerold. Driftig haal ik de tas leeg terwijl de leerlingen een plekje zoeken. Zodra ik hem gevonden heb, schrijf ik snel ‘meneer Buise’ op het bord. Ik ga voor de klas staan en de klas wordt iets stiller. 31 paar ogen kijken mij een halve seconde vragend aan. Daarna draaien er achterin de klas al een paar hoofden weg en beginnen ze zachtjes te kletsen. Ik zeg voorzichtig: “Ik zou graag willen beginnen,” en wacht even tot de rust terug is. De paar hoofden draaien half terug naar mij. Dit kleine moment van luwte pak ik om mezelf voor te stellen en te beginnen met de les.

Mijn oude geschiedenisdocent Reichman indachtig, probeer ik zo gepassioneerd mogelijk te vertellen over het verschil tussen zuivere en onzuivere stoffen. Ik ben nog maar net aan het woord en dan valt me een soort gefluister op dat ik niet helemaal kan plaatsen. Het lijkt wel een soort gesis. Ik kijk in de richting waar het vandaan komt, het zit in de hoek met leerlingen die vanaf het begin maar half naar mij kijken. Ik schrik van wat ik zie. Twee kleine katachtige oogjes kijken me gevaarlijk aan. Mijn handen worden klam en ik druk de stift in m’n handen fijn waardoor de dop van de achterkant afschiet. Sommige leerlingen draaien mee met mijn blik naar achter. Snel kijk ik weer de rest van de klas in en ga ik verder. Maar de aandacht van de klas is al verslapt. Ik vraag me af hoe dat wat ik zie in vredesnaam binnengekomen is. Zou het gestolen zijn uit een biologielokaal? De de kop draait plots dreigend in mijn richting, het is een slang die daar op de stoel zit!

Ik krijg het warm, mijn overhemd plakt op mijn rug. Het verhaal zijn de leerlingen nu kwijt, ik moet ingrijpen. Ik vraag of de adder met de bruine tas – namen weet ik nog niet – van voor kan komen zitten. Mijn stem slaat over. De adder kijkt even op en begint dan te lachen, ik zie twee giftanden fonkelen in het binnenvallende zonlicht. Ze pakt haar tas en jas en kruipt tergend langzaam naar voor, terwijl ze af en toe wat rond sist naar de leerlingen. Die kijken soms verschrikt op en giechelen zenuwachtig. Zodra ze er eindelijk zit, kijken de ogen van de leerlingen wel naar voor maar niet naar mij. Het gladde lichaam van de adder zit gekronkeld rond de stoel met de kop naar het lokaal gedraaid. Ik zeg dat ze voor zich moet kijken, maar de adder sist op valse toon terug: isss goed meneer Buissse, maar, hoe ssssschrijf ik dan mee? Sssso kan ik het bord niet ssssien” Ik krijg een rilling van die griezelige kop en dat gesis. Snel antwoord ik dat ze dan maar goed moet luisteren naar wat ik zeg. “Ssssoalsss u wenssst,” zegt ze grijnzend met haar giftanden. 

De bel valt als een hakbijl door mijn verhaal heen, ik ben nog niet eens op de helft van mijn uitleg! De meeste leerlingen hadden hun spullen al gepakt en stonden meteen op. Ik roep nog dat we de volgende les de stof afmaken, maar de leerlingen zijn met iets anders bezig, en mijn inmiddels pijnlijke stembanden kom ik er niet meer bovenuit. Zodra ik opzij kijk schrik ik: de adder is weg! Waar is ze heen? Bij wie zit ze nu in de klas? Had ik een collega moeten waarschuwen?

’s Avonds ben ik koortsachtig bezig met het voorbereiden van de volgende les. Ik zoek wat leuke plaatjes op om mijn powerpoint wat op te vrolijken. Daarmee kan ik wellicht de aandacht van de leerlingen extra vasthouden. Ook oefen ik mijn verhaal voor de spiegel om te zien hoe ik overkom. Niet best, zie ik al snel. Ik zie er vermoeid uit en sta met hangende schouders mijn verhaal op te dreunen. Ik besluit om te gaan slapen, morgen gewoon opnieuw proberen.

Die nacht droom ik over de adder. Ze komt mijn kamer binnen gekropen en sluipt het bed op. Ik kan niet bewegen en zie haar ook niet, alleen voel ik haar aanwezigheid. Langzaam kruipt ze naar boven. Ik voel de lange spieren en schubben langs mijn arm naar boven trekken. Schreeuwen kan niet, ik probeer weg te komen maar ik lig als verlamd op het doorweekte matras. De adder draait om mijn nek en precies op het moment dat ze haar tanden recht in mijn schouders plant wordt ik badend in het zweet wakker. Ik blijf doodstil liggen en kijk met een schuin oog naar de deur en de streep licht die er vanonder komt. Mijn schouder jeukt. Even lijkt het alsof de lichtstreep onderbroken wordt, mijn hart gaat tekeer in mijn ribbenkast. Ik probeer mezelf te kalmeren met wat ademoefeningen. Vlak nadat ik eindelijk in slaap ben gevallen gaat de wekker alweer.

DAG 2

Ik voel me zenuwachtig om de klas weer te zien. Zo rustig mogelijk neem ik de les nog eens door in het lokaal. Ik praat mezelf moed in door te zeggen dat een adder eigenlijk niet veel leeft in dit deel van Nederland. Het zou wel raar zijn als die nu gewoon weer in het lokaal zit. Ook mijn nieuwe collega’s keken mij verbaasd aan toen ik er vanochtend over begon. Ze kennen deze klas wel, maar zij hebben nooit een gek gesis gehoord, en al helemaal geen adder gezien. Zo’n adder kan toch niet ineens weg zijn? Zou die adderzich alleen bij mij laten zien, vraag ik me af. Of zit die anders gewoon in haar bruine tas?

De bel gaat. Ik zwaai de deur open en zie nog helemaal niemand. Na enkele minuten wachten ga ik weer achter mijn bureau zitten en loop alles een tweede keer door. Ik zie dat ik me misrekend heb in de tijden van mijn lesplanning, snel probeer ik het nog bij te stellen. Ik streep wat weg en reken opnieuw. De leerlingen komen al binnen. Ik haast me naar de deur en kijk door de groep die binnenkomt. Geen slangen deze keer. Terwijl ik opgelucht ademhaal hoor ik toch weer gesis, ik kijk nog eens maar zie geen slang. Het zal wel een waan zijn denk ik. 

Het wordt deze keer niet echt stil zodra ik voor het bord sta. Ik begin wat te kloppen op mijn bureau, de voorste leerlingen kijken. Van achter is het nog rommelig. Ik besluit wat harder lawaai te maken en begin op mijn bureau te slaan met een vlakke hand. Ik voel het warm worden. Het wordt weer even stil en ik begin.: “Vandaag gaan we kijken naar het scheiden van mengsels. Jij met de rode trui, kun jij een voorbeeld geven van een vloeibaar mengsel?” De jongen in de rode trui kijkt op vanuit zijn boek dat rechtop zijn tafel staat. “Waar zijn we?” vraagt hij onnozel. Er wordt gelachen in het lokaal. Ik hoor opnieuw gesis, mijn handen worden weer klam, maar ik besluit even bij de jongen in de rode trui te blijven. “Ik ben bezig met uitleg geven, je snapt toch wel dat… “ mijn opmerking wordt overstemd door hard gebonk en gelach. Ik durf bijna niet naar achter te kijken. Als ik kijk vang ik de dodelijke blik van de adder op, ze is er weer! Maar wat veroorzaakt dat gebonk? Even denk ik een tweede keer dat ik niet goed kijk, maar ik zie toch echt een gorilla lachend op zijn tafel slaan. 

Ik sta als genageld aan de grond. Hoe kan dit nu weer? Waarom steeds in mijn klas? Een leerling roept dat ik moet ingrijpen. De adder sist dat ze ook graag de les wil kunnen volgen en kijkt me vals met de giftanden ontbloot vanuit een hoekje aan. Bevend van woede en de zenuwen vraag ik of de gorilla ermee kan stoppen. “Wat?” schreeuwt hij terug, terwijl hij nu fanatiek blijft doorslaan op zijn tafel en gaat staan. Het brede gestalte is dreigend en ik bots tegen mijn bureau als ik een stap achteruit zet. “Of je kan stoppen met dat gebonk”, herhaal ik. “Dit?” vraagt de gorilla grijnzend terwijl hij door ramt op zijn tafelblad. “Ja, wil je nu stoppen anders stuur ik je er uit” probeer ik. “Probeer maar!” roept de gorilla uitdagend terug. Ik probeer helder te denken maar het gebonk en een opkomende hoofdpijn ontneemt me de kans. Een seconde te laat reageer ik en de klas begint luid te joelen. Ik kom er niet meer doorheen.

Er zit nu nog maar één ding op: een afdelingsleider erbij halen. Ik loop snel naar haar kantoor. Bleek en bezweet sta ik bij haar deur. Ze is in gesprek en gebaart dat ik vijf minuutjes moet wachten. Ik besluit maar even voor het kantoor te blijven zitten. Ik probeer mijn ademhaling weer onder controle te krijgen en iets af te koelen, maar de kans wordt me ontnomen zodra ik de adder om de hoek zie kruipen. Ik verstijf opnieuw en de adder kruipt langs mijn been omhoog. Ze gaat met haar kop recht voor mijn ogen staan en trekt nog eens haar giftige bek open. “De lesss isss voorbij toch meneer?” “Voor jou wel”, zeg ik kortaf. Even kijkt de adder verbaasd en daarna weer breed grijnzend: “Ssssuper.” Ze pakt haar bruine tas en vertrekt. De gorilla volgt zonder verder naar mij om te kijken. 

Eindelijk kan ik de afdelingsleider spreken. Ik leg uit wat er is gebeurd en ze kijkt me moeizaam aan. “Ik kom al”, antwoord ze, “je had dit wel eerder mogen zeggen hoor.” Ze beent snel voor mij richting 308. Aangekomen staat er plots een konijn buiten! Ik ben er inmiddels al minder verbaasd over. Het konijn is paniekerig aan het stampen op de vloer en roept naar de afdelingsleider dat ik weg ben. Dan ziet hij dat ik er achteraan komt en schrikt hij. De afdelingsleider gebaart dat het al goed is en dat hij naar binnen kan gaan.

Zodra we binnenstappen is heel de klas doodstil. Ik voel het koude zweet nog op mijn rug terwijl ik naast de afdelingsleider sta die de klas toespreekt. “Ik vind dit gedrag echt ongelofelijk,” roept ze, “Het is respectloos. Zo doen we dat niet op deze school. Als ik van meneer Buise nog ook maar iets hoor over last van iemand, dan kom je meteen die middag bij mij zitten tot vijf uur!” Maar de afdelingsleider is amper weg of de klas wordt weer rommelig. Ik vul achter mijn bureau het huiswerk in Magister in. Het konijn is weg. De leerlingen zitten te kakelen tot vijf minuten later de bel gaat.

Als de leerlingen het lokaal uit zijn, meld ik snel de gorilla en de adder absent, hebben zij alvast een straf in het vooruitzicht. Daarna ga ik nog even langs het kantoor van de afdelingsleider. De manier waarop ze tegen de klas sprak gaf mij op één of andere manier een soort schuldgevoel, ik moest haar nog eens duidelijk bedanken. Ik loop naar beneden en zie de deur open staan. Ze begint al te praten zodra ze mij ziet: “Bas, je weet toch wat je wil? Je hebt toch je les voorbereid? Voer die dan ook gewoon uit! Zo moeilijk is het niet.” “Ja dat klopt eigenlijk wel”, stamel ik terug. “Ik kom morgen bij je kijken in de les” vervolgt ze, “dan kan ik eens zien hoe het gaat en kan ik misschien wat tips geven.” Een aardig gebaar denk ik, hoewel het mijn zenuwen niet vermindert. Ik bedank haar en ga naar huis om de les extra goed voor te bereiden.

Mijn hoofd voelt zwaar wanneer ik ’s avonds in bed ga liggen. Ik val snel in slaap. Langzaam doezel ik weg in een koortsachtig gat. De gekleurde vlekken voor mijn ogen worden herkenbare vormen. Ik loop alleen door het schoolgebouw en hoor constant gedreun.  Ik zoek waar de doffe klappen vandaan komen. “Wie is daar?” roep ik. Ik kijk om me heen en dan zie ik ineens de grote gorilla op de grond dreunen. Hij slaat deuken in de grond en het hele gebouw schudt na elke slag. Ik voel me klein en wil weggaan, maar het kan niet. Ik sta vast. Het konijn komt paniekerig binnengerend en slaat met zijn achterpoot op de grond. “Meneer Buise, ga weg hier!” roept hij. De gorilla mij nu staan en stormt op me af. Precies op het moment dat hij me met een enorme slag zal wegslaan word ik weer badend in het zweet wakker. Ik baal van mezelf, hoe kan ik de controle toch zo verliezen.

DAG 3

Met een zeurende hoofdpijn boven mijn rechteroog sta ik voor weer voor de klas. De afdelingsleider zit achterin. Ze kijkt hoe mijn leerlingen binnenkomen. Hoe ze hun eigen plek uitzoeken. Hoe de gorilla hard lacht met wat jongens uit de klas. De bel is gegaan, ik pak mijn spullen erbij en dan komt de adder met haar beste vriendin te laat binnen. Ik twijfel of ik er wat van ga zeggen, maar besluit ze als vriendelijke gastheer te ontvangen. Ik was tenslotte nog niet begonnen. En één van de vijf rollen van de docent is namelijk de gastheer, heb ik die kant alvast laten zien voor de afdelingsleider. 

De adder gaat nu niet meteen naar achteren in het lokaal maar begint hardop te klagen aan mijn bureau dat ik haar gisteren absent heb gemeld. “Ik wasss gewoon in de lesss! Jullie sssagen mij toch?” roept ze door het lokaal. De gorilla brult dat hij dat ook had. Ik zeg dat we daar na de les even over moeten praten en kijk vlug naar de afdelingsleider, die voorover gebogen aan het schrijven is. Zou ze het gezien hebben?

Ik begin de les maar hij komt niet op gang. Ik sta een poosje voor de klas, ze worden even stil nu ze weten dat de afdelingsleider erbij zit. Ik steek van wal maar ik merk dat mijn verhaal niet overkomt. De eerste rijen reageren apathisch, de achterste rijen zitten op een zoekende manier schuin aan hun tafels. Dan begint het gesis weer. Ik vraag, omdat ik ben vergeten een andere straf te bedenken, of de adder weer naar voor kan komen. Opnieuw komt ze langzaam met haar spullen naar voor gegleden. Zodra ze eenmaal van voor zit en ik mijn verhaal wil hervatten wordt ik onderbroken door het konijn die ineens naar de wc moet. Ik zeg dat hij maar even moet wachten, maar daar is de adder het niet mee eens: “Meneer, laat hem toch naar de weessssee gaan, sssstraks piesssst hij in de klassss.” De vriendinnen van de adder schieten in de lach. De gorilla roept meteen dat hij ook moet. Nu lachen er meer. Het konijn kijkt mij angstig aan. 

Ik roep een paar keer “ok jongens, ik wil weer verder!” over het gelach heen. Maar hoe vaker ik roep, hoe minder het lijkt aan te komen. Alleen de voorste rij lijkt nog wat aandacht te hebben, en daar begint de adder nu ook mee te kletsen. Ik schrijf haastig het huiswerk op het bord en schreeuw nog eens dat de leerlingen zelfstandig aan het werk kunnen en dat ik de opgaven later wil nakijken. En dat ik antwoorden wil zien. En dat je mag fluisteren. Maar ik kom er niet meer doorheen, de klas is verandert in een rommelig kippenhok. 

Dan hoor ik ineens een hard gezoem. Wordt er iets omgeroepen door het gebouw? Achterin de klas is de afdelingsleider gaan staan. Ze kijkt boos. Zo boos, de frons op haar voorhoofd lijken haar ooghoeken naar beneden te duwen. Haar wenkbrauwen maken een scherpe V. Ik hoor een bot, krakend geluid. De afdelingsleider begint ijselijk te gillen. Ze buigt voorover en uit haar rug komen met schokkende bewegingen enorme vleugels. Onder het gekrijs van leerlingen kleurt ze langzaam geel en zwart. Haar huid wordt een enorme pantser. Haar armen veranderen in twee zwarte segmenten en er komen nog twee paar uit haar lijf gebarsten. Uit de onderkant van haar rug komt een gigantische naald gegroeid. Ze kruipt door het lokaal naar voren en begint tegen me te gillen. Van schrik rol ik mijn stoel naar achter tegen de muur aan. Ik versta haar lastig. Ze gilt dat ik weg moet, dat ik geen leraar ben, dat ik haar diep teleurstel. Ik moet weg, en daar gaat zij persoonlijk voor zorgen.

Zo snel als ze kan draait ze zich om. Ze neemt een paar tafels mee en mijn bureau wordt omver geworpen door haar achterkant die er tegenaan zwiept. Met de naald prikt ze recht in mijn buik een enorm gat. Ik wil schreeuwen van de pijn maar het wordt al wit voor mijn ogen. Ik kan niet meer. Ik zak in elkaar zodra de bebloede naald uit mijn gespietste buik wordt getrokken en val op de grond.

Voor mijn gevoel heb ik er uren gelegen, hoewel het in het echt maar enkele minuten zal zijn geweest. Mijn ogen gaan nog één keer open. De leerlingen en de afdelingsleider zijn weg. Alleen een trouwe hond zit nog naast me. Ze is rustig en waakt over mij. Ze fluistert dat ik mijn best heb gedaan, en dat het vast ooit gaat lukken.

Bas Buise – september 2020

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s