Najoua Bijjir over de vrijheid van schrijven

In 2010 spraken Najoua Bijjir (1976) en ik voor het laatst. Zij als schrijfster en ik als leerling. Najoua deed een tour langs Zeeuwse middelbare scholen voor het Centrum voor internationale samenwerking (COS) in Zeeland. Ze vertelde over haar achtergrond en las voor uit haar boekje ‘Brando’, dat ze voor de Zeeuwse scholieren schreef in het kader van de ‘Maand van de Vrijheid’. Najoua schrijft nog steeds en heeft onlangs haar boek ‘De meisjes van de kapsalon’ gepubliceerd. Tien jaar later spreken we weer, nu over het schrijven van verhalen en de vrijheid die ze daarvoor zoekt. 

In 2010 ging je langs verschillende Zeeuwse middelbare scholen om voor te lezen uit eigen werk en zodat leerlingen je vragen konden stellen over uw niet westerse culturele achtergrond. Weet je nog hoe je deze middag heeft ervaren?

“Ook voor mij was de week in Zeeland een culturele tour. Op een gegeven moment gingen we naar een middelbare school in Hulst, ik herinner me nog een ontzettend lange tunnel waar we doorheen gingen. Er heerste daar (op Zeeuws-Vlaanderen, red.) een heel andere vibe dan ik gewend was. Normaal gesproken stond ik voor een meer multiculturele school ergens in Rotterdam, hier waren het allemaal blanke kinderen. Wat mij toen opviel was dat de leerlingen in Hulst eigenlijk hetzelfde waren als de leerlingen in Rotterdam. Het was op eenzelfde manier druk, en ze werden op eenzelfde manier stil toen ik aan het woord kwam.”

Wanneer ben je begonnen met schrijven?

“Dat ligt eraan hoe je het begin van schrijven definieert. Begin je als je droomt over verhalen of als je ze op papier gaat zetten?”

Laten we vanaf het moment dat je het opschreef doen.

“Dat was toen ik ongeveer 14 of 15 jaar oud was. Ik zat op het MBO. We hadden een invaldocent, meneer Huub, ik weet zijn achternaam niet meer. Hij gaf ons de opdracht om iets emotioneels te schrijven. Mijn vader was toen net overleden. Hij vertelde ons thuis altijd verhalen die hij zelf verzon. Dan zaten we met zijn allen rond hem ’s avonds in de woonkamer. Het waren sprookjes uit de Arabische wereld. Soms duurde het verhaal wel drie uur lang en ging het de volgende dag verder. Ik besloot voor de opdracht mijn emoties rond zijn overlijden op papier te zetten. De invaller riep mij later apart en zei: “Jij hebt heel veel talent en moet er echt iets mee gaan doen!” En zo is het gaan rollen.”

Najoua vertelt dat ze een vrij gecompliceerde jeugd heeft gehad in een Rotterdamse getto. Meneer Huub veranderde haar leven met die ene opmerking. “Er is maar één persoon nodig die tegen je zegt dat je talent hebt. Ik had die mogelijkheid, het schrijven van boeken, nooit gezien als iets voor mij. Vanwege mijn achtergrond leek het schrijven van boeken een ver-van-mijn-bedshow. Het was een andere dimensie die zich voor mij ontvouwde.” 

“Begin je als je droomt over verhalen of als je ze op papier gaat zetten?”

Najoua Bijjir

Twee jaar later ontmoette Najoua haar eerste uitgever waar ze een heel sprookje voor schreef. Ze kreeg al snel een contract. “Op dat moment hoorde ik ineens tot de groep Marokkaans-Nederlandse schrijvers. Er was een verwachting dat ik meer politiek zou schrijven over de kloof in onze samenleving en verschillen van culturele achtergrond.”

In het boekje ‘Brando’ dat je schreef voor je bezoek aan Zeeland komt die thematiek niet aan de orde?

“Dat klopt, het was een van de eerste keren dat ik mij vrij voelde om niet over culturele kloven te schrijven. Ik kon iets schrijven over sciencefiction, wat ik erg leuk vind, en besloot me in te leven in iemand die ver weg van me staat.” De hoofdpersoon Brando is een jongen die op de middelbare school zit en opgroeit met zijn moeder die advocaat is en een stiefvader die bij de NOS werkt.

“Ik vond het erg leuk om te doen. Mijn kracht is om me in te leven in een personage die ver van me af staat, dat geeft mij veel plezier. Ik las in die tijd ergens over een jongen die theezakjes rookte en zo kon doen alsof hij altijd stond te blowen. Zo is Brando eigenlijk geboren. Zijn twee vriendinnen waren gebaseerd op twee stagiairs die ik op dat moment op werk had.”

“Ik schrijf het liefst om vier uur ’s ochtends als het nog stil is en de omgeving rustig.”

Najoua Bijjir

Het schrijven van Brando maakte wat lost bij Najoua. “Het schrijven ervan was wel een moment voor mij. Ik word altijd gevraagd  naar stukken over politiek en cultuur. Maar ik ben veel meer een creative writer, ik wil soms niet schrijven over dat soort politieke kwesties. Als ik een sciencefiction verhaal schrijf, lijkt het minder aannemelijk omdat het geschreven is door een vrouw met een andere achtergrond.”

Heb je hier nu ook nog last van?

“Absoluut, het is één van de redenen dat ik mijn laatste roman zelf ben gaan publiceren. Ik wilde wat luchtiger kunnen schrijven en vrij zijn in de onderwerpen. Het schrijven van literatuur is zoveel zwaarder op emotioneel vlak.”

Hoe kom je tot het schrijven van een nieuw verhaal?

“Voor inspiratie trek ik vaak een oude spijkerbroek aan en ga ik ergens koffiedrinken. Ik observeer de mensen en ik doe allerlei indrukken op. Het is heel veel adsorberen en goed letten op wat er gezegd wordt en alle mimieken. Soms gebruik ik ook iets dat ik zelf heb meegemaakt. Op den duur voel ik dan een verhaal opdoemen. Het ontstaat chronologisch in mijn hoofd. En dan wacht ik tot het moment dat ik er klaar voor ben om het op te schrijven. Ik schrijf het liefst om vier uur ’s ochtends als het nog stil is en de omgeving rustig.”

Dus de totale lockdown is niet zo bevorderlijk voor je schrijfwerk?

Najoua lacht: “Nee zeker niet! Maar ik was al van plan om het nu even rustig aan te doen met het schrijven. De kinderen zijn thuis en er is genoeg ander werk.” Najoua vertaalt scenario’s  en werkt aan ander schrijfwerk naast het schrijven van romans. “Het is nu te onrustig voor het schrijven van een boek.”

Waar ben je het meest trots op?

“Het feit dat ik mijn laatste roman zelf ben gaan uitgeven. Dat is niet ontstaan vanuit een negatieve gedachte, maar vooral omdat ik een studie bedrijfskunde heb gedaan en ik dacht: dit moet ik zelf kunnen. Ik heb alles losgelaten en volledig mijn eigen plan getrokken. Het was niet makkelijk maar het is me wel gelukt.”

“Je ziet dan dat schrijven iets grensoverschrijdends is. Je komt steeds terug op universele thema’s die voor alle mensen op de wereld gelden, over liefde, angst, dood en overleven.”

Najoua Bijjir

Najoua ziet het als een overwinning. “Hier speelt ook mee dat ik mijn eerste uitgever altijd als een soort mentor heb gezien, ik heb mij altijd door hem laten inspireren. En nu ben ik zelf een soort uitgever geworden.”

Wie is je grootste idool?

“Toen ik Engels studeerde ontdekte ik het werk van Edgar Allan Poe. Hij inspireerde mij enorm. Er wordt ook regelmatig gezegd dat hij één van de grondleggers is van de misdaad- en sciencefictionverhalen. Hij leefde in de negentiende eeuw, dus dat was voor die tijd wel bijzonder. Zijn werk is heel treffend en van alle tijden. Ik laat me erdoor inspireren en quote er graag uit.”

Najoua vertelt dat Allen Poe zich ook liet inspireren door verzen uit de Koran, dat laat volgens haar zien hoe grenzeloos schrijven is. “Het raakte me dat een westerse schrijver daar de schoonheid van inzag, iets dat zo ver van hem af moet hebben gestaan. Je ziet dan dat schrijven iets grensoverschrijdends is. Je komt steeds terug op universele thema’s die voor alle mensen op de wereld gelden, over liefde, angst, dood en overleven.”

Ik vroeg me ook af wat voor boeken je zou aanraden aan mensen van mijn generatie twintigers, zijn werk past daar zeker bij?

“Jazeker! Verder is denk ik het boek ‘De Geschiedenis van de Liefde’ van Nicola Kraus interessant. Het is heel inspirerend en slim geschreven. Tijdens het lezen lach en huil je tegelijk. Ze vindt een mooie balans om het personage te beschrijven en de geschiedenis van Joden in Europa in gedachten er in te verwerken.”

Wat zou je graag nog willen bereiken in het leven?

“Heel veel comfort en vrijheid,” lacht Najoua, “en geen vaste lasten meer! Nee, vooral meer inspiratie en meer boeken schrijven vanuit de vrije gedachte. Niet vanuit iets dat wordt verwacht. Ik hoef ook niet meer als ‘schrijver’ door het leven te gaan. Ik heb besloten mezelf niet meer zo te noemen en dat haalt een druk weg die ik erbij ervaarde. Ik publiceer nu zelf mijn verhaal dat ik leuk vind, niet meer op basis van verwachtingen. Want dat wat je voelt is wat je moet schrijven.”

Bas Buise – januari 2021

Bron omslagfoto: Najoua Bijjir

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s